Haar nabijheid die uit het lippenrood
opsteeg, aan de gouden rand van het
kopje verkleefd – als de geest uit de fles –
Plotseling was zij daar, luchtig als wind
en warrelig van licht, in geuren van
huid en etherische oliën, als een
duizeling zo vluchtig, alles trilde
van verrukking, als papavers of rietjes
in één snelle verdwarreling, als
één groot trillingsding – het levende
zul je nooit werkelijk kennen en de dood
ontschiet je
Uit Het zij
Beeld: Ellen van Eldik, Jane Bowles

2 Responses to JANE BOWLES