Hoe zij terneer lag met zand
overstoven, het lichte
dat haar lendenen bedekte
dat zich aan haar heupen
had gehecht en
dat los korrelde op haar huid – terwijl
de branding mij beroofde
van het zachte geluid
van haar ademen, van het plezier
daarvan; donkere schoonheid
die haar schouders zo
opgetrokken houdt bij het betreden
van het water
heb ik je opstaan dan verslapen?
het zwart en glanzend
astrakan van de kleine schelpen
op de rots wordt ook telkens
door water ondergeklotst
Beeld: Garbiele Viertel, Wonderful Maya
Gedicht: Elly de Waard, Het Zij

2 Responses to HOE ZIJ TERNEER LAG