Azuur, ik ben het, sprak Helena
en onvervaard trad zij uit het
dodenrijk omhoog, een regenboog
van druppels in het zonlicht werpend
en Valéry, de dichter, boog.
Veelriemige sloepen voeren toen snerpend
ten oorlog, boegspriet hoog,
roeispanen klievend de scherpe
golven, de zee wijnkleurig naar
de gebeeldhouwde rompen spoog.
Zijn pen gleed over haar strelende
handen en zij huilde, zout droop
uit de baarden van koningen
dat weer als schuim over de randen
van het gedicht naar binnen kroop.
Beeld: Gabriele Viertel, Out of paradise
Gedicht: Elly de Waard, Anderling

5 Responses to DE DICHTER EN HELENA