Ik zeilde over lichtblauwe spiegelingen
van een gladde zee, een fijngesneden windje gleed
niettegenstaande langs mijn wangen
en dromerig als het water zelf, verzonk ik gaande
in een oude trouw en reikte naar een eiland
van nog levendig verlangen
Ik heb een vrouw gekend, die droogde mijn voeten
met haar haar, haar lange donkere haren in
een tederste gebaar en haar voeten roken
naar tijm en majoraan, naar honing –
mijn honingangel stak in haar, haar minste aanraking
maakte van mij al koning
Mijn steven richtend naar dat eiland dat onzichtbaar
bleef, dreef ik over die gladde, spiegelende zee
de honingangel uit haar teruggetrokken
ooit, genoot ik van een huiver die mij steeds
nog aangenaam was, verschepende mijn liefde in
een zoektocht, queeste, opgehouden nooit
Foto: Samos
Gedicht: Elly de Waard, Van Cadmium lekken de bossen

2 Responses to PELERIN D’AMOUR