Categorie archief: Strofen
IN WINTER THUIS
De kamer is in evenwicht met name waar zij ligt en leest en ingebed in kleuren is De bank, het blanke deurenhout, haar wit van kleren, het zachte van haar lichaam zelf – van buiten klinkt gedempt het ruisen door … Lees verder
AFSCHEID
Kastanjes, uitgelopen, staan te wuiven een kleine zakdoek in hun kleine hand als aan een kade waar de boten fluiten omdat de wind gedraaid is naar het zuiden en zij, de winter in hun ruimen uit kunnen varen naar een … Lees verder
WINTER IS HET, KERSTMIS SPOEDIG
Winter is het, Kerstmis spoedig, Onder het poetsen wordt geoefend In het zingen door mijn moeder. Donker is het dagelijks vroeger, Koper blinkt, de kachel brandt. In de koude hak ik hout. Sterren schieten uit de schoorsteen, Regenen wensen naar … Lees verder
STAD AAN ZEE
Een trui vliegt door de lucht, de puddingkleurige namiddaglucht, een gele trui en uitgedaan omdat hij warm is en te lang gedragen. Hij drijft op golven van de zee en zinkt met de zonsondergang mee, de stad baadt naaktgeschouderd … Lees verder