Mijn schoenen zijn toornige goden
Uit hun strenge en zwarte
gezichten puilen glanzende
bliksemschichten
De hoekige groeven en plooien
van een schier onmenselijk woeden
dat ik toch in hun aard
kan bevroeden
Ik loop op ze met bange, loden
voeten
In het halogeen

1 Responses to GEMOEDSGESTELDHEID