Zij poetst met veelkleurige Bezems –
En laat Vegen achter zich –
O Huisvrouw in het Avond-Westen –
Kom terug en stof de Waterplas af!
Waarin je een Purperen Rafeling morste –
Waarin je een Amberen draad –
En nu heb je het hele Oosten bezaaid
Met prullen van Smaragd!
En nog hanteert ze haar bespatte Bezems
En nog wappert daar haar Schort
Tot Bezems zachtjes vervagen tot sterren –
En ik mij er los van maak –
1861
Foto: Saskia Boelsums
Vertaling: Elly de Waard

3 Responses to EMILY DICKINSON, gedicht 219