koude nachten op de hoeve, een sok-bekleed
oven-gewarmd strijkijzer onder de
dekens geschoven, ochtenden met een damast-
getekende bizarrerie van varenwerk
decennia geleden nu
wakker in noordwest Londen, thee
stomend boven gebracht, een Peak Frean
beschuitje ernaast om op te knabbelen
terwijl blauw gas zingend opspringt
decennia geleden nu
klamme lakens in Dorset, mist-omhangen
habitat van bronchitis, van lang
heet weken in de badkuip, van niets
dat helemaal droogt tot het zomer is:
heerlijk te denken aan
opgetrokken voetkussens, rooster-
vorken in de kolengloed, stoutmoedige
jongetjes en grote geestdriftige herdershonden
die binnendringen tijdens geleerde diepzinnigheden
nu geheel vergeten
de hoeve langgeleden verkocht, oude vrienden
dood of uit het oog verloren, wat gered werd
is dit levendig diminuendo, onbeneveld
door louter affect, het vergankelijk residu
van pure gewaarwording
Foto: IJspatronen
Gedicht: Amy Clampitt, The Kingfisher
Vertaling: Christine D’haen en Elly de Waard


10 Responses to OVER DE NADELEN VAN CENTRALE VERWARMING