Verspreid tegen de lucht gespijkerd als de sterren
En van liefde ziek ben ik, ik kom tot niets.
Nacht is het in je ziel, de grijze iris van je blik
Balt zich rondom je ondoordringbare pupillen samen.
Ons bed, de plek van je confessies, is zo naakt
Als kalend linnen en zo onbevlekt
Als het uitzicht op de stad die in de diepte
Voor het raam van dit hotel in sneeuw ligt uitgeteld.
Een wolkenkrabber klieft het stratenplan
Dat in een vorige eeuw met vaste hand werd aangelegd –
Platanen, stammen bladderend als plafonds,
Ontbloten er hun pleisterwerk en in hun takken
Hangen uitgebrand de vruchten van hun lampions –
Zwart kant bedekt frivool balkons, ook die van onze kamers
Waar stoelen gapen nu over de vloeren
Lopers van ochtendlicht in banen worden uitgerold.
Wij reizen samen,
Slapen zonder lief te hebben en staan haastig op –
Stations zijn dit en restauraties, haltes, oponthoud
En alles wat zij van ons vergen
Is wat de opdracht is van elke dag aan elk voor zich:
De tijd te doden tot wij sterven.
Elly de Waard, uit Furie
1 Reactie op MEDIA VITA
Toon Reacties (1) Verberg Reacties (1)