Ik zag haar uit het raam, zij stond
over de smalle, hoge vijver
heen gebogen en was
in de beweging van het water
en de lichte scheepjes zeer
verdiept; ik zag haar losse haar, ik
zag de gratie van haar zonder
moeite zich voorover buigen
die in het spelen en het stromen
van het water en de scheepjes
scheen meegnomen; en later,
in de gang, toen zij dan voor mij
liep, zag ik dat onnavolgbare
opnieuw, maar nu bewegend:
de ronding van haar rug, haar
achterste, haar benen, de wijze
waarop zij, maar nu bewust,
haar haar over haar schouders wierp.
Intiem waren wij wel in ons
gedeelde lopen, maar nog het
meest in het inmiddels voelbare
besef van dit: dat ik
haar zag en zij zich wist gezien.
Beeld: Gabriele Viertel
Gedicht: Elly deWaard, uit:Eenzang Twee

6 Responses to IK ZAG HAAR