Van een dichter die als een N.Y. cabdriver rijdt…

 

Bij de VPRO radio (De Avonden) schijnen ze te denken dat dichters niet kunnen rijden. Wat een achterhaald idee! Dichters zijn gek op auto’s, hoe sneller hoe liever. Swingen maar! Dichters kunnen ook heel goed dansen. Ze hebben immers ‘versvoeten’, daar bestaan ze van.
Hun auto slingert zich als een soepele zin door een stad, door een landschap. Ik krijg in mijn auto altijd heel veel invallen, juist door de beweging. Pen en papier heb ik steeds bij de hand en bij een stoplicht maak ik dan een snelle krabbel. Het grootste compliment dat ik ooit heb gehad was dat ik als een New Yorkse taxichauffeur door Amsterdam reed!
Het aantal gedichten dat ik in, vanuit de auto en over het rijden heb gemaakt is zo groot dat ik er een aparte bundel mee zou kunnen vullen: Gedichten voor Automobilisten, die titel had ik al in mijn hoofd toen ik ooit met poëzie begon.

O het ritme van stoplichten! Swingend
reed ik door de stad. Mijn voet pompte

het gas in een cadans die naar behoren
op de groene afgesteld was. O het

mennen van de motoren. Het trekken
en remmen van hun paardenkracht! Ik

kwam als een wind die tussen hoge
gebouwen wordt aangezogen naar haar

toegevlogen, als een trein die zich
aan draden langs zijn sporen trekt

naar waar zijn bestemming wacht.

Uit:Onvoltooiing

Dit bericht is geplaatst in Onvoltooiing. Bookmark de permalink.

3 Responses to Van een dichter die als een N.Y. cabdriver rijdt…