De lippen van het water spitsen zich
verlangend naar de avond boven zich
zij rollen terug, zoenen de lucht
waarvan het strakgetrokken caramel
gesmolten is en in de einder zakt.
Een donkerblauw welft zich in hogere
positie en wint veld.
Het water ketst een amberkleurig licht
en plooit het, vouwt het, lispelend in zichzelf
verdiept, verliefd op het schommelen van zijn golven.
De nacht valt over het in zee gedolven
graf waarin een eerste ster zich legt.
Zo is het water als de dagen zacht zijn
rond Sint Maarten.
*
De eerste vijf woorden van dit gedicht zijn van J.H. Leopold
Foto: Saskia Boelsums
Gedicht: Elly de Waard
3 Reacties op DE WASSENAARSE SLAG
Toon Reacties (3) Verberg Reacties (3)