In de verte lopen de wolken op stelten
een regenboog ligt over de velden
vanuit de warme bruine mond van
bollenschuren uitgerold. Een kudde van
bussen draaft over de wegen, tot waar zich
een grazige parking vertoont. De lucht
wordt purper en een kleine pluim verlaat
driftig de kieuwen van een huisje, duinen
krullen er zich rond. Het hek is pas
geteerd, maar geuren van hyacinten
winnen, de naalden van sparren
pinnen ze in de verijlende hemel vast.
De wind scheert langs de onbehaarde wangen
van bomen tot hij hun op de grond toe afhangen
tot een geheimzinnig lispelen beweegt.
Er roept een uil, er is een nauwelijks zichtbaar
komen aan de gang; grint kraakt, van paden
waaien andere geuren aan. Eenheid van plaats
van tijd, van handeling, dat het daarom niet gaat,
maar om de eenheid van gevoel, die die bindt
wat er nog over is van dat klassieke doel.
Foto: Saskia Boelsums
Gedicht: Elly de Waard