En ik ruik de fijne
bosgrond, die door de paarden
bij het slepen
opgerakeld wordt, de
omgewoelde aarde
die het verlangen in mij
wakker roept de liefste
daarin neer te leggen
haar te voelen, naar haar
naakt; de stammen liggen
al langs de straat, maar ik
talm nog steeds met verder
gaan en blijf ze gade
slaan in hun bedrijvigheid
de paarden, zo kalm
en Belgisch vierkant met
hun blonde manen, zo
archaïsch; aards en
onwerelds tegelijk
Uit: Eenzang Twee
1 Reactie op EN IK RUIK DE FIJNE BOSGROND
Toon Reacties (1) Verberg Reacties (1)