WINTER ZOALS DIE OOIT WAS

 

Winter is het, Kerstmis spoedig,
Onder het poetsen wordt geoefend
in het zingen door mijn moeder,
Donker is het dagelijks vroeger,
Koper blinkt, de kachel brandt.

In de koude hak ik hout.
Sterren schieten uit de schoorsteen,
Regenen wensen naar beneden
Waar standvastig en aanbeden
Venus op de dakpunt staat.

Binnen ruikt het naar gebak
dat de oven heeft verlaten
En naar vlees dat wordt gebraden.
Voeten rennen door de kamers,
Stemmen wisselen kreten uit.

Onbeschaamd als blauwe luchten
Waar een sneeuwbui zich in uitschudt,
Vliegensvlug in achterhalen
Van wie vluchtend en toch dralend
Zo mijn kussen niet ontloopt!

Fantoom van licht, waar heb je je
Verstopt? Lig je, slaap je, heb
Je je sterren van ogen dicht?
Ruwe nimf ben je, vlinderlicht
Je lieftallige hielen gelicht.

Verlegenheid heeft appelrode wangen,
Je kunt ze proeven, kunt ze vangen,
Kunt ze tussen het sparrengroen hangen,
Blozende als zonsondergangen
Zijn ze, gave, glanzende vrucht.

Winter is het, Kerstmis nadert,
Het huis in rust is en het ademt
Uit zijn schoorsteen witte rook.
De hemel is bestrooid met sterren,
Een pruik van sneeuw ligt op de dennen,
Men is er thuis, er wordt gestookt.

Gedicht: Elly Waard, Strofen

Geplaatst in Strofen | 3 reacties

VOOR DE ANDER

 

Onder het laag hangende licht
een kegel uit een lampje zit
soms op mijn stoel een blonde vrouw
te lezen aan de keukentafel

Haar voetstap door de gangen geeft
een hartslag aan het hele huis

– Hoe de ander: zien en horen
Luisteren, luisterend steeds nauw

 

 

Gedicht: Elly de Waard, In het Halogeen

Geplaatst in In het Halogeen | Een reactie plaatsen

GEDICHT 59 / Voor alle vrouwen van ooit

 

                                                                  Opgedragen aan de gegijzelde, verkrachte
en vermoorde vrouwen van 7 Okt ’23

 

De som van alle klagen klom
Tot een hoogte waarvan de
Echo tot in de verste
Sterrenstelsels doordrong. Stilte
Herstelt zich nooit van een
geluid. Elk zwijgen gonst van de
Nagalm van verdriet en zwol
Van alle gerucht, ieder woord
dat ooit weerklonk. In elke
Stilte 
trilt dat zwaarst akkoord.

 

Ik hoorde mijn moeders snikken
in mijn eigen beklag en dat
van mijn grootmoeder en van
alle vrouwen voor mij en ach,
Uiteindelijk ook het jouwe
Op onze laatste dag. De som
Van alle geluid is stilte,
Het zwarte gat, het baar-
Moederlijk zwijgen van het
Al in de zwaartekracht.

 

Gedicht: Elly de Waard: Een Wildernis van Verbindingen

 

 

 

 

Geplaatst in Algemeen | 1 reactie

EEN WILDERNIS VAN VERBINDINGEN | Gedicht 79

 

De bergen roken van de herfst-
Vuren die ze stoken, de bomen
Krijgen rode wangen van hun
Gloed. Ik trok naar het Noorden door
De donkerende wouden van
Europa, roestend van najaar,
Roestig van auto’s, door dorpen
Zonder trottoir, als kloven, de
Lange schaduw van oktober
Woont er al. Langs zenuwbanen

Die door de valleien lopen –
In grijs van treinen en van
Wegen en alles nat van regen –
Pulseert de metalen golfstroom
Van het verkeer. Het Westen is
Eenzaam nu het millennium
Zijn einde vond. Wat de wolken,
Het rag van industrieën, weg-
Vaagt en van de akkers aanblaast
Is een vrouwelijke wind.

Gedicht: Elly de Waard

 

Geplaatst in Een Wildernis van Verbindingen | 1 reactie

WAKEN EN SLAPEN

 

 

Dood vogeltje, peertje met veren
kleine takken om in te zingen
leg ik op je

Slapeloos zijn we samen, jij
ontslapen, ik gevallen uit een kwade
droom

Ik leg mijn zware hoofd, gebeukt
door zorgen, naast je
richt mijn denken naar je
in

 

Gedicht: Elly de Waard

Geplaatst in De aarde de aarde | 2 reacties