
VOOR FULCO
En dat de stad, bij nacht,
een ader is, waar licht
gedolven wordt, de
exploitatie van een mijn
van schijnsel is; de straten
die lichtschachten zijn
boren zich naar het erts
dat in een druk verkeer
gewonnen wordt en heen
en weer gedragen
en opgeladen tot
een stroom of een fontein
die soms tot van de wolken
terugschijnt – tot die dooft
en opdroogt en
geronnen in de zoveel
grotere ader
van de zon
verdwijnt
Gedicht: Elly deWaard,



